time-out.reismee.nl

Een vreemde terugreis

Dat was me het weekje wel, maar we zijn thuis!

Het liep natuurlijk toch weer anders dan gedacht. Zaterdagmiddag komt er een telefoontje van Martin. Hij heeft net gehoord, dat de grenzen van Spanje maandagmiddag gesloten worden en maakt zich zorgen dat we vast komen te zitten. Na enig overleg besluiten we dan om op zondagmorgen te gaan rijden en te zien hoever we komen. We ruimen vast één en ander op en kunnen ’s morgens schoon en volgeladen op pad. Om 9.15 uur rijden we de camping af en zijn al snel bij de grens met Spanje. Dan is het ook ineens half elf, dus dat gaat snel. Bij een stuwmeer genieten we van de koffie en dan gaan we op zoek naar de snelweg. Dan kunnen we lekker opschieten. Het is overal heel stil en ook de snelweg is bijna verlaten. Af en toe rijden we helemaal alleen, niets voor en niets achter ons. Heel bijzonder. Als we wat meer het land in gaan, wordt het wat drukker. Vooral veel buitenlandse campers zijn, net als wij, op pad. We halen het niet helemaal tot de grens en stoppen op de CP bij Estella, net als op de heenreis. Rustige plek, buiten het dorp en we staan er alleen. Heel de dag is het prachtig weer geweest, maar als we ons goed en wel geïnstalleerd hebben, barst er een flinke onweersbui los, die bijna een uur duurt. Ook daarna blijft het regenen en zelfs als we de volgende morgen ontwaken, is het nog niet droog. Bijtijds vertrekken we voor de volgende etappe. Het is nu drukker op de weg, want er is veel vrachtverkeer. Personenauto’s zijn er weinig. We hebben besloten om ook via tolwegen te gaan rijden, omdat we nu toch zo snel mogelijk naar huis willen. Bij Pamplona gaan we de snelweg op en rijden soepel naar de grens met Frankrijk. Het is bijna droog, maar in de bergen hangen de wolken laag, dus er is weinig zicht. Zo komen we zonder politie of douane te hebben gezien, op de weg naar Bordeaux. Tegen vieren zijn we het zat en zoeken een plek voor de nacht. Die vinden we in Barbezieux, een kleine plaats net onder Angoulème. We lopen nog even het centrum in en zien dat hier alle winkels dicht zijn, behalve een supermarkt en een kantoorboekhandel. Voor deze winkel staat een rij, want er mag pas iemand naar binnen als er een klant vertrokken is. Het verbaast ons allemaal nogal, want we weten nog steeds niet, dat het zo ernstig is. Als we ‘s avonds na het eten een spelletje zitten te doen, wordt er op de deur geklopt en staat de buurman, een Belgische camperaar, voor de deur. Hij komt ons waarschuwen. Ze hebben net op internet gelezen, dat de Franse grens morgen om 12.00 uur dicht gaat en dat het dan verboden is om nog op weg te zijn. Zij gaan meteen rijden en hopen zo op tijd thuis te zijn. Ook de andere campers op de CP gaan ze langs en al gauw vertrekken de eersten. Wat nu? We sturen een sms naar Nico om goede raad, maar die is niet beschikbaar. Dan bellen we naar Geert-Jan en Emmelien en zij bevestigen de berichten. We besluiten om dan ook maar te vertrekken. Om half tien rijden we. Het is niet druk op de weg en we schieten lekker op. Later bevestigt ook Nico de berichten en dus gaan we lekker door. Wel heel apart om zo in het donker op weg te zijn. Om twaalf uur, als we 173 km achter de rug hebben, zoeken we in een dorp een parkeerplaats en gaan slapen. Om vier uur gaat de wekker en tegen vijven zijn we weer op weg. Het is rustig op de weg en we kunnen goed doorrijden. Om half zeven gaan we de weg af voor een rustig ontbijt. Dan komt ook de zon voorzichtig tevoorschijn en dat rijdt dan meteen een stuk makkelijker. Om tien uur zijn we bij Parijs en ook daar is het stil. Op de rondweg, waar meestal drie rijen dik gereden wordt, kun je nu makkelijk van baan verwisselen. Er is wel veel vrachtverkeer. Uiteindelijk lukt het ons niet voor twaalf uur bij de grens te zijn, maar ook hier is het geen probleem. Om half twee zijn we op een mooie CP in Peruwelz, een klein dorp net over de grens in België. Daar gaan we eerst maar een dutje doen. Eind van de middag nog een rondje door de buurt en ’s avonds vroeg naar bed.

Woensdagmorgen maken we geen haast. De zon is er weer bij en we kunnen nog buiten ontbijten. Dan gaan we op ons gemak huiswaarts. De lunch is op het parkeerterrein bij Lidl in Zelzate. Er mogen maximaal 66 personen naar binnen. Voor de deur staat iemand, die de stand bijhoudt. We hebben nog nooit zo rustig inkopen gedaan bij een Lidl. Alles was ruim voorradig. Om half vijf zijn we bij mama, die erg blij is ons te zien. Tegen zessen zijn we thuis. Het was een bizar einde van een mooie reis. We zijn blij, gezien de verhalen van anderen, die nu binnen komen, dat we het zo soepel gered hebben. We hopen, dat we met z’n allen deze crisis gezond mogen doorstaan. Als het zover komt dat we weer op weg gaan, melden we ons weer.

Sneeuwballen gooien in Portugal???

Dit kan wel weer een lang verhaal worden, want we hebben veel beleefd deze week.

Zondag verloopt super rustig, we zijn de camping niet af geweest en hebben heerlijk in de zon gezeten. We zijn aardig verkleurd inmiddels. Maandagmorgen schoon en volgeladen weer op weg. De N2 voert ons door een lentelandschap. Overal zien we bloeiende bloemen, waarvan vooral de gele bloemen opvallen, die net lupinen zijn, maar dan een maatje kleiner. Nooit gele lupinen gezien, maar wie weet is het familie. De velden staan er vol mee. Ook de weilanden zijn kleurig met rode, gele en witte bloemen. Een feest om te zien. We komen regelmatig door kleine dorpen met smalle straatjes. Bij één dorp staat aan de ingang en uitgang een verkeerslicht en mogen de auto’s om beurten door het dorp rijden, want passeren kan niet. De weg kronkelt een beetje en af en toe moeten we een heuvel over, maar het rijdt prima. Het plan is naar een CP in Arraiolos te gaan. Als we de stad in beeld krijgen, witte huizen tegen een heuvel met een groot slot bovenop, zien we dat de CP niet bij de stad ligt, maar 7 km verderop en erg open is. Dat trekt ons niet aan. Het is nog vroeg in de middag, dus zoeken we op de camperapp naar een alternatief. 30 km verderop is een camping die open is. Dan gaan we daar kijken. En ja, vlakbij Mora vinden we die camping, maar het hek is dicht. Wel hangt er een bordje, dat hij open is. We besluiten even op de parkeerplaats te wachten en een pot thee te zetten. Na een minuut of vijf komt er een vrolijk fluitende man, die het hek open maakt en ons in gebrekkig frans, welkom heet op de camping. We zijn, en blijven, de enige gasten. Mooie plek, we boffen weer. Bij de camping is een groot recreatiegebied langs een rivier. Daar maken we nog een ommetje en zien, dat er een wandelroute is over een plankier van ruim anderhalve kilometer. Leuk, maar dat bewaren we voor morgen.

En de andere morgen is de zon er al weer vroeg bij, dus prima wandelweer. Eerst ruimen we alles op en checken uit en dan gaan we op stap. Langs het plankier staan borden met informatie, maar daar snappen we niet veel van. Portugees is een lastige taal. Bijna aan het eind is een pad naar een uitkijktoren, dus moet er nog even geklommen worden. Het is leuk om de omgeving van bovenaf te bekijken. Het is helder weer, dus we hebben goed zicht. Zo tippelen we toch weer 4 km weg. Na terugkomst bij Duc maken we koffie en dan gaan we weer verder. We rijden nu langs veel boomgaarden, waar de kersenbomen volop bloeien en de appelbomen hier en daar bloesem hebben. Na zo’n 25 km rijden we langs een baragem (stuwmeer), waar her en der plekken zijn om naar het water te gaan. We besluiten om een afslag te nemen en daar te lunchen. Dat wordt even schrikken! De afrit, die we nemen, gaat na 4 meter asfalt over in zandpad en het hoogteverschil is zeker 20 centimeter, dus Duc komt met een flinke klap op het pad terecht. Het gaat goed en we kunnen verder rijden, maar bedenken meteen: hoe komen we hier straks weer uit? Eerst maar de boel verkennen en eten. Maarten bakt pannenkoeken met spek en we genieten ervan. Dan gaan we op zoek naar grote stenen, want we hebben bedacht dat we een oprit gaan bouwen, waar we dan de meegenomen oprijplaten overheen leggen. Zo gezegd, zo gedaan. En na een poosje sjouwen en bouwen, hebben we een redelijke oprit liggen. Voorzichtig manoeuvreert Maarten Duc in de juiste positie en het lukt om hem weer zonder problemen op de weg te krijgen. Pfff, zucht van verlichting. We kunnen weer! In Abrantes doen we nog boodschappen en tanken we voor € 1.25 ltr. Dat is voor hier heel goedkoop. Dan de laatste etappe voor vandaag naar Sertã. De laatste kilometers voor die stad rijden we door een groot gebied waar brand is geweest. Alles zwart geblakerd en kaal. Triest hoor. Dat moet heel angstig zijn geweest voor de mensen die daar wonen. In Sertã is een CP bijna in het centrum, bij een oude romeinse brug, aan een rivier. We zijn de tweede camper en er komen er nog drie bij. Gezellige boel dus. Na een rondje stad genieten we van een rustige avond met uitzicht op de verlichte brug.

Vanaf Sertã wordt de route bergachtiger en gaat de weg verder met veel bochten en hij stijgt en daalt af en toe flink. Maarten is helemaal in zijn element. Het is nog steeds prachtig weer. We drinken koffie bij een stuwdam, waar Maarten eerst de voorruit maar eens schoon maakt. Dan kunnen we beter naar al dat moois kijken. De route voert ons steeds hoger en de uitzichten worden mooier. We lunchen op een hoge plek langs de weg. Na de lunch gaat Maarten het oliepeil van Duc controleren. Stopt er een Portugese auto en vraagt een man in vloeiend Nederlands of er iets is en hij kan helpen. Leuk, zo in de middle of nowhere. Gelukkig is de hulp niet nodig en het oliepeil prima, dus we gaan weer. Als we al in de buurt van de geplande CP komen, staat er opeens een groep politieagenten op de weg en worden we gemaand te stoppen. Papieren worden gecontroleerd, Maarten moet blazen, om te kijken of hij niet gedronken heeft, en één agent komt in de camper alles nakijken. Wat ze eigenlijk zoeken, weten we niet, maar ze vinden kennelijk niets en we mogen gewoon doorrijden. Je maakt soms wat mee op één dag. Langs nog hogere wegen komen we bij de CP in Unhais da Serra aan. Een mooie plek aan de rand van een stadje, op 700 meter hoogte. We staan er met z’n zessen en het is er rustig. Als ik ga koken, doet de enige gaspit die we hebben (de andere weigert al een tijdje dienst), het maar op halve kracht. Wat zou daar nu weer mee aan de hand zijn?? Het duurt dus lang voor het eten gaar is, maar het lukt wel. Ook de andere morgen duurt het even voor er thee is, maar bij de lunch brandt de pit weer op volle kracht (wie het weet, mag het zeggen) en dat is nu nog steeds zo.

Donderdag lijkt het wel of we even in Noorwegen zijn. We hebben ontdekt, dat we in de buurt van de hoogste berg van Portugal zijn en natuurlijk willen we op die top staan. Via de grote stad Covilhã rijden we naar grote hoogte. Natuurlijk met de nodige haarspeldbochten en steile wegen. Iedere keer als we zo’n mooie route rijden, vragen we ons af, hoe ze het voor elkaar gekregen hebben om die weg aan te leggen. Na 1100 meter hoogte wordt het heel kaal en ruig. Grote rotsen en dan toch weer ineens een dorp, een stuwmeer en in de verte sneeuw op de hellingen. Dat dit ook in Portugal bestaat, hebben we niet geweten. Je kunt helemaal naar de top rijden met de auto en dan zitten we op 1994 meter. Daar hebben ze een toren gebouwd, zodat het hoogste punt in ieder geval de 2000 meter haalt. Als we boven zijn drinken we eerst koffie en gaan dan op verkenning uit. We wandelen een uur rond, klauterend naar een hoog uitzichtspunt, genietend van het uitzicht en een sneeuwbalgevecht(je). Wat is dit mooi en toch tamelijk onverwacht. We gaan verder door de Serra de Estrela. Al dalend en kronkelend via Manteigas naar Guarda. We stappen nog heel wat keer uit om ons te verbazen over de mooie natuur. Op de heuvels groeit en bloeit brem, een soort hei en in de dorpen staan bomen in bloei. Volop lente hier. Geweldig. Zelfs op de top kunnen we zonder jas rondwandelen, het is er 17?. Al dit moois bekijken kost wel tijd, dus de geplande CP voor vandaag halen we niet. Er is ook een mooie nieuw aangelegde in Almeida, bij een oude ommuurde stad. Prima, helemaal gratis, zelfs de stroom. Als we een beetje zijn bijgekomen van de reis bekijken we de oude stad en dan is het ruimschoots genoeg voor vandaag.

De volgende dag gaan we verder noordwaarts. We willen naar de grensstad Miranda do Douro, waar volgens zeggen een mooie camping is. Dat lijkt ons wel wat voor het weekend. De route is afwisselend. Eerst nog landbouwgebied, dan weer rotsig en dan een hele tijd langs de rivier Douro, die hier grensrivier is tussen Portugal en Spanje. Voor half vier zijn we al op de camping en we worden vriendelijk ontvangen. Er is plek genoeg, want we zijn de enigen. We zoeken een redelijk rechte plaats uit en zitten heerlijk een poos in de zon. Omdat het nog leeg en tamelijk fris is, mogen we ons douchen in een bungalow. Luxe hoor. We blijven hier tot maandag en trekken dan de grens over naar Spanje.

Jullie zullen wel denken: dat viert maar vakantie, terwijl heel Europa op zijn kop staat door “het virus”. Vrijdag kregen we een app van Nico over de ernst van de zaak en een bericht van mensen uit de kerk, over het feit, dat alle diensten niet door gaan. Toen we hier op de camping het internet opgingen, lazen we pas van alle paniek, die er heerst. Onze eerste gedachte was, inpakken en zo snel mogelijk naar huis. Maar bij nader inzien denken we dat dat niets oplost en dat we beter gewoon door kunnen gaan, zoals we bedacht hebben. Dus dit weekend nog rust met vandaag al weer volop zon, en maandag door Spanje heen. Hoe dat zal gaan, zien we dan wel.

Onze camping ligt buiten de stad en vanmorgen zijn we daar naartoe gewandeld. Eerst dalen naar de rivier en dan weer klimmen naar de stad. Oude smalle straten, een lange stadsmuur en grote kathedraal maken het de moeite waard. Ook zien we de grensrivier en de stuwdam, waarover we Portugal verlaten. Na anderhalf uur zijn we terug en genieten we van de lunch. Morgen hopen we nog een korte wandeling naar de rivier te kunnen maken en dan worden het reisdagen, op weg naar huis. Rustig aan allemaal en blijf gezond!

Het mooie weer verleidt ons bijna hier te blijven

Nog steeds is het hier mooi weer en krijgen we een gezond kleurtje. De zondag vorige week was fris, maar droog en we hebben buiten kunnen zitten. ’s Middags een mooie kerkdienst meegemaakt. Het is in een kleine zaal van het hotel en de mevrouw die ons welkom heet, zei dat ze nog niet eerder zoveel mensen in een dienst had meegemaakt. Na de dienst is er koffie drinken en daar ontmoeten we twee Barendrechters, Henk en Tineke (achternaam onbekend) die aan de Lavendelhof wonen. Leuk, om hier plaatsgenoten tegen te komen. Het is een rustig weekend geweest, dus gaan we maandag welgemoed de nieuwe week in. We rijden eerst naar één van onze favoriete plekken om te lunchen. Marinha praya ligt aan de kust en daar zijn de mooie rotsen en vergezichten te zien. We willen daar graag een stuk wandelen, maar…. Campers mogen daar niet langer komen. Alle parkeerplaatsen langs de kust zijn verboden voor campers. Kennelijk hebben “we” voor teveel overlast gezorgd. Jammer hoor. We lunchen op een parkeerplaats in de buurt en rijden dan via Silves naar een stuwmeer, Barragem do Arade. Daar hebben we jaren geleden een keer overnacht en het is er nog steeds mooi. Het waait er echter erg hard en de plek ligt hoog, dus niet aangenaam om daar te verblijven. We besluiten om, een dag eerder dan gepland, naar Messines te gaan. Daar is een CP, gerund door Nederlanders, midden in de natuur. We waren daar al eerder en dat is goed bevallen. Gelukkig is er nog plaats, want het staat daar vaak vol. We worden hartelijk welkom geheten door André. Hij vertelt meteen dat hij de volgende morgen een wandeltocht organiseert en dat we mee kunnen als we willen. Nou, dat willen wij wel.

Na een stille nacht, je hoort er echt helemaal niets, gaan we om een uur of tien aan de wandel. We zijn met vijftien man/vrouw en vijf honden. De route loopt in de heuvels rondom de CP en af en toe zit er een pittig klimmetje tussen, maar het tempo is niet hoog, dus dat lukt prima. Onderweg vertelt André dingen over de natuur en de omgeving. Bijna aan het eind van de trip drinken we koffie bij een restaurant in de buurt. Heel leuke ochtend en nieuwe dingen gezien en geleerd. Het weer is nog een beetje wisselend, de zon komt er niet echt door, maar buiten zitten kan.

Woensdag begint met zon, maar al snel komen er wolken, die tot een uur of één blijven hangen. De temperatuur is goed, dus we leven buiten. In verte staan op een flinke heuvel drie windmolens vrolijk te draaien. André heeft gezegd dat hij een wandelroute heeft, die langs die molens komt en waar je een prachtig uitzicht hebt. Dat trekt natuurlijk onze aandacht en we vragen hem om de routebeschrijving. Die gaat via een app, die hij voor me op de telefoon downloadt. De tocht is 9 kilometer en de afdaling is vrij steil, dus er moeten stokken mee. Wij op pad! Als we vertrekken komt net aarzelend de zon door, dus dat belooft veel goeds. Het is een geleidelijke klim, die best lang duurt, maar we halen het. Bij de windmolens aangekomen is het uitzicht fantastisch. We zien in de diepte de CP en heel veel heuvels, die golven maken in het landschap. Aan de andere kant kunnen we zo’n twintig kilometer verder de zee zien glinsteren. Zeer de moeite waard. De afdaling is pittig, want er liggen veel losse stenen op het pad en dan glijd je gemakkelijk uit. We komen heelhuids beneden, moe, maar voldaan.

Donderdag nemen we afscheid van deze leuke plek en André, wat een gezellige beheerder! We rijden door het landschap vol heuvels en dorpen naar Alte, waar we boodschappen doen in een kleine dorpswinkel. Daar drinken we koffie en gaan verder. Ons doel vandaag is Ameixial. Daar is, volgens een mevrouw die we tijdens de wandeling ontmoet hebben, een goede CP. We hebben bedacht, dat we via de N2, een lange weg naar het noorden, gaan rijden en Ameixial is de eerste pleisterplaats. Het is een goede plek, alleen wat winderig, want hij ligt op 400 meter hoogte en is nogal open. Er staan al heel wat campers, maar er is plaats genoeg. Alles is daar gratis. Overnachten, lozen van WC en vuil water, stroom en water innemen. Het dorp is klein, maar ziet er goed verzorgd uit. Er loopt een uitgezette wandeling door- en omheen, waarvan we nog een stuk lopen.

De dag begint met een stralend blauwe lucht en volop zon. Jaren geleden hebben we bij een VVV een folder met wandelingen in die omgeving meegenomen en we besluiten er vrijdag één te gaan lopen. Via een schitterende weg met veel bochten en over heuvels, rijden we 12 kilometer naar het dorp Mealha. We komen onderweg één auto tegen. Rust dus. Bij het dorp parkeren we Duc, drinken koffie en maken een lunch klaar om mee te nemen. Er beginnen daar drie wandelroutes en we nemen de tocht van 9 kilometer. Het begint goed, maar op een gegeven moment komen we in een gebied waar enige tijd geleden brand heeft gewoed. Daar is de bewegwijzering niet zo duidelijk te vinden en we lopen een stuk verkeerd, maar uiteindelijk vinden we de route weer. Aan de kant van een stromend beekje eten we onze meegebrachte salades op en beginnen aan de terugweg. Die is echt heel steil en het pad is nogal begroeid. Vooral met cistusrozen, die we hier overal in de heuvels tegenkomen. Veel ziet er geblakerd uit, maar toch lopen ze weer uit. Als we hoger komen lopen we over een heuvel waar veel eucalyptusbomen verbrand zijn. Veel stammen en takken liggen nog op het pad en dat is lastig lopen. Ook hier lopen de bomen toch weer uit. Fantastisch zoals de natuur zich weer herstelt. Toch ziet het er wel triest uit, al die kale terrassen. Na nog een keer de weg kwijt te zijn geraakt, komen we nog een groep stenen, menhirs, tegen en daar kunnen we in de verte ook het dorp weer zien. Al met al zijn het zeker wel 11 kilometer geworden en we zijn blij als we Duc zien. Een prima tocht met veel ups en downs en heel rustig, want we zijn niemand tegen gekomen. We rijden terug naar de CP en staan daar nog een rustige nacht.

Dan op weg naar een camping. We volgen de N2 weer verder, die eerst nog behoorlijk slingert door het heuvelachtige landschap, maar dan ineens wordt het een stuk vlakker en hebben we een heel ander uitzicht. Een veel meer open landschap, met weilanden en boomgaarden en hier en daar een dorp. Na vijftig kilometer komen we in Castro Verde, een stad op een heuvel met mooie witte huizen. Daar doen we eerst de weekendboodschappen en vinden al gauw de camping. Goede ontvangst en ruimte genoeg om een leuke plek te vinden. De zon is volop aanwezig, dus de rest van de middag genieten we van de rust en de warmte. Morgen nemen we ook rust en dan gaan we maandag verder noordwaarts, verder over de N2, en zullen we wel zien waar we dan aanlanden. Haast hebben we nog niet, want thuis is het nog geen lente.


We ontdekken steeds weer nieuwe dingen

Weer aangeland op een volgende camping, na een mooie week met prachtig weer, is er rust en tijd voor een nieuw verhaal. Het inpakken op maandagmorgen wordt zo langzamerhand routine, maar het duurt toch wel even voor we op weg zijn. We zijn niet van plan om ver te gaan, maar het is hier drukker met campers dan we hadden verwacht, dus je weet maar nooit waar er een plek is. We rijden naar Altura, waar we al eerder stonden, een plek direct aan het strand. Deze plek is niet meer beschikbaar, er staan poorten met beperkte hoogte, dus daar wordt het niet. Onderweg hadden we al op een veld aan de rand van de stad veel campers bij elkaar gezien, daar gaan we niet tussen staan, dus op naar het volgende dorp, Manta Rota. De officiële CP daar is natuurlijk vol (met 100 campers), maar op het parkeerterrein er vlakbij staan ook campers en daar is nog plek genoeg. Ook hier zitten we vlak aan het strand en omdat het nog steeds stralend weer is, brengen we de middag zonnebadend door aan zee. We krijgen al een gezond kleurtje van al die zon!

Dinsdagochtend maken we nog een lekkere wandeling over het strand en na de lunch vertrekken we naar Olhão, waar we ons, op een groot zanderig terrein, aansluiten bij de reeds geparkeerde campers. Geen mooie plek, maar we willen de volgende ochtend graag de bekende vis- en groentemarkt bezoeken. Zoals op alle CP’s hier in de buurt komt ook hier een verkoper van fruit langs. Hij heeft dozen aardbeien in de aanbieding. 1 kilo voor € 5. Ze zien er prachtig uit, dus we nemen een doos. Man blij, wij blij. Na de thee maken we een wandeling langs de boulevard. Gezellig druk en heel veel jachten in de haven.

De andere morgen dus op naar de markt. Veel aanbod van groente en fruit, maar wat de vis betreft, valt het een beetje tegen. Maar we vinden genoeg van onze gading: zalm, tonijn en zeeduivel kopen we. Ook een tas vol verse groente en fruit, we kunnen er voorlopig weer tegen. Eerst nog koffie en dan gaan we op zoek naar een plek wat meer in het binnenland. We hebben nu zoveel zee gezien, we willen nu wel eens een wandeling in de heuvels maken. De energie is langzaam maar zeker aan het terugkomen, dus we wagen het erop. Een CP wordt uitgezocht en gevonden in Estoi, een leuk dorp met witte huizen, dat tegen een heuvel ligt gebouwd. De CP is een ongebruikt voetbalveld en we staan er met 17 Franse en 4 Nederlandse campers. Het dorp is leuk om te bekijken. De kerk staat op een heuvel met een flinke trap ervoor. De straatjes zijn smal en kronkelig en je raakt al gauw je richtinggevoel kwijt. We stuiten op een mooi paleis, waar nu een pousada (dat is een chique hotel) wordt gebruikt. Je mag er naar binnen en de kamers op de begane grond en de mooi aangelegde tuin bekijken. Heel leuk om daar even rond te dwalen. Vanaf het terras heb je een mooi uitzicht richting zee. Onderweg terug naar Duc kopen we nog een ijsje en zo hebben we ook van deze dag weer volop genoten.

Dat was dus een opmaat voor de volgende dag, want vandaag gaat er gewandeld worden. We rijden over smalle wegen naar het dorp Mesquita. Daar is bij een Fonte (bron) een parkeerplaats, waar een uitgezette wandeling van 9 km. begint. Dat lijkt ons haalbaar en dat blijkt het ook te zijn. In ruim vier uur lopen we over heuvels, tussen landerijen, kurkeikenbos en olijfgaarden, met af en toe prachtige vergezichten. Het weer is heel aangenaam om te lopen, de lucht strakblauw. Kortom, een feest! Ergens onderweg eten we op een stuk weiland onze meegenomen zalmsalade, wat wil een mens nog meer. Bij de Fonte nemen we meteen fris bronwater in en dan gaan we op zoek naar de CP in Loulé. Ook dat is een grote parkeerplaats aan de rand van de stad en we vinden het wel prima voor één nacht.

En dan wordt het alweer tijd om een camping voor het weekend te zoeken. We hebben gekozen voor Armação de Péra. Jaren geleden stonden wij hier ook, maar de herinnering is vervaagd. Het is een grote camping en je mag zelf je plekje uitzoeken. Dat is nog een klus, maar we vinden een mooie plek, niet te ver van de wasruimte en met lange drooglijnen in de buurt, want er moet gewassen worden. We zijn al vroeg op de camping en na de lunch ga ik meteen aan de slag. Na een uur wappert een gedeelte van de was vrolijk aan de lijn en de rest zit in de droger. Fijn gevoel, alles weer voor het grijpen. Verder doen we deze middag niet veel, alleen lekker zitten in de zon. Oja, we hebben ook nog de bedden voorzien van nieuw beddengoed. Lekker fris weer en dan slaap je heerlijk natuurlijk.

Zaterdag starten we langzaam op en genieten van de rust. We hoeven niet in te pakken en dat is op zijn tijd ook wel eens fijn. Maarten heeft de fietsen tevoorschijn getoverd en terwijl ik dit verhaal schrijf, gaat hij een winkel zoeken voor de nodige aanvulling van de boodschappen. Als hij terug komt, vallen de eerste regendruppels en nu spettert het hier een beetje. Wij zitten hoog en droog, dus geen probleem. De temperatuur is goed, en we hebben vanmorgen nog lekker buiten ontbeten en koffie gedronken. ’s Middags wandelen we naar de boulevard, waar de zee er grijs en grauw uitziet. Ook de lucht is nog behoorlijk grijs, maar het is droog en hier en daar wordt het wat lichter. Aan het eind van de boulevard vinden we het hotel waar morgenmiddag een kerkdienst gehouden wordt. Die hopen we bij te kunnen wonen. Vanmorgen is het weer lekker weer en kunnen we buiten zijn.

Gisteren hebben we een beetje de planning voor de rest van de reis gemaakt. We denken nog wat hier in de buurt te blijven komende week en dan naar het noorden te vertrekken. Het weer bij jullie lokt absoluut niet, zoals jullie wel begrijpen, dus we talmen hier nog een poosje.

Zon, zee en rust

Het is weer weekend en dus tijd voor een bericht. De richting die we deze week gereden hebben is niet moeilijk te raden, Zuidwaarts. Om aan het begin iedereen gerust te stellen: het gaat goed met Maartens vinger. Hij kan er bijna alles weer mee doen, alleen bij stoten heeft hij nog pijn. Gelukkig!

Maandag hebben we ons nog op de camping in Plasencia vermaakt. Het weer viel een beetje tegen, ’s morgens bewolkt en winderig, maar ’s middags kwam de zon erbij en hebben we een eind, een kleine 10 kilometer, langs de rivier Jerte gefietst. Het keerpunt was aan de rand van de stad, waar we een oude stenen voetgangersbrug over konden en langs de andere kant terug.

Dinsdagmorgen is het inpakken geblazen en gaan we schoon en volgeladen op weg. We hebben besloten nu een stuk grote weg te gaan rijden om op te schieten naar de beloofde zon en hogere temperatuur aan de kust. In Merida doen we de inkopen voor de komende dagen. Net weer lekker op gang op de snelweg is er een file en staan we 10 minuten stil. Langzaam komen we weer op gang en er blijkt één baan afgesloten door actievoerende politiemensen. Het is ook overal hetzelfde. Een uur later is het nog eens prijs en dan doen we er drie kwartier over voor we verder kunnen rijden. Dus dat opschieten op de grote weg is ook niet altijd waar. Ons doel voor vandaag ligt nog een aardig stuk weg en om vier uur besluiten we te stoppen in Monesteria, een aardig dorp, waar ze aan de rand een CP hebben. Er wordt dankbaar gebruik van gemaakt, we staan er met z’n achten, waarvan drie Nederlandse campers. Rustige plek, leuke wandeling door het dorp, waar alles nog gesloten is vanwege siësta (moeten we nog aan wennen) en goede nacht. Prima zo, morgen verder.

Woensdag vervolgen we onze weg naar Sevilla, waar we ruim omheen rijden op weg naar Huelva. Je kunt nu echt merken dat we in het Zuiden zijn aanbeland. We zien palmbomen, cactussen en bloeiende amandelbomen en de dorpen hebben witte huizen in plaats van de bruingele in het noorden. Langs de weg staat witte brem uitbundig te bloeien. Mooi! Net voor Huelva is een zijweg, die naar de plaats gaat, waar in 1492 Columbus vertrok op zoek naar nieuwe werelden. Daar is een gedenkplek, een museum en een grote parkeerplaats, waar we kunnen overnachten. We zijn er al vroeg en na de lunch bekijken we het museum, waar replica’s van de drie schepen, waarmee de expeditie is uitgevoerd, liggen. Wat een kleine schepen waren dat! De bemanning varieerde van 20 tot 40 man, afhankelijk van de “grootte” van het schip. Dat je daarmee de grote oceaan op durfde is al een hele prestatie en dan nog zonder voorzieningen, behalve een kompas en sextant. Moedig hoor. Er is ook een gedeelte waar te zien is wat ze bij aankomst aantroffen, met de bijbehorende oerwoudgeluiden erbij. Leuk gedaan. We brengen er een genoegelijk uur door en zitten de rest van de middag bij de camper in de zon. Deze nacht staan we met zeven campers. Het is overal best druk. Er zijn veel mensen op pad.

Donderdag reizen we verder, maar niet ver, maar 40 kilometer, want we hebben ons doel nu wel bereikt, de zuidkust van Spanje. We vinden een plek in Isla Canela, een badplaats aan het strand onder de rook van Ayamonte. Een prachtig strand ligt voor onze camper en de lucht is strakblauw. Het is niet echt een CP, maar we worden er gedoogd. ’s Middags lopen we een eind over het strand en over de boulevard terug en daarna zitten we tot half zeven in de zon. Prachtige zonsondergang, dat belooft wat voor morgen. In de verte zien we de flats van Monte Gordo al liggen. Dat is ons reisdoel voor het weekend. Daar willen we op de camping staan en genieten van de rust en het mooie weer.

Vrijdagmorgen is het stralend weer en maken we een strandwandeling de andere kant op, genieten van koffie en lunch op het strand en pakken dan in om de grens met Portugal over te gaan. De brug over de grensrivier, de Guadiana, wordt gerenoveerd, dus we rijden er langzaam over heen en kiezen meteen voor de afslag Castro Marim. Daar is een CP waar je kunt lozen en daar willen we onze WC legen. De CP is overvol met campers, en de WC afgesloten, dus dat wordt hem niet. Op naar Vila Real de San Antonio, waar we de laatste weekendboodschappen doen. Om twee uur vertrokken we uit Spanje en om 10 voor twee zijn we op de camping, want we hebben bij de grens een uur cadeau gekregen. De camping is niet veel veranderd, sinds we hier bijna 10 jaar geleden stonden. Het is zoeken naar een stevige plek, want er zijn veel stukken met zand en daar is het moeilijk uit vertrekken en wegslepen kost een paar centen. Nu staan we op een lekker zonnige plek.

Zaterdag gaan we na de lunch aan de wandel, eerst over het strand heen en over de boulevard terug. Meteen kijken of we de kerk nog kunnen vinden en of er morgen een dienst is. Het strand is nogal veranderd de laatste jaren. Er is langs de volle lengte een plankier op hoogte gekomen en daarlangs liggen de restaurants, dus niet meer her en der verspreid over het strand. Geen vooruitgang vinden wij. Verder is er niet veel anders, er lopen nog steeds héél véél Nederlanders en het is er druk. Maar als je op het strand zit en naar de aanrollende golven kijkt, komt de rust vanzelf.

De kerkdiensten worden nog steeds gehouden in een bioscoopzaal en in februari zelfs twee keer om 9.30 en 11.00 uur. Wij kiezen voor de tweede dienst en het is er goed. Lekker zingen met elkaar en een mooie boodschap voor de nieuwe week. Nu is het tijd om dit verhaal de wereld in te sturen. WIFI is hier beperkt, dus ik hoop, dat het met de foto’s lukt. Zo niet, dan weten jullie waarom. Goede week allemaal. Wij zoeken morgen weer een nieuw plekje.

Door het Spaanse land

Een hele week verder zijn we alweer en we zijn gevorderd tot Plasencia in Spanje. Prachtige reis tot nu toe, met nieuwe plaatsen, mooie wegen en iedere keer weer een verrassing op welke CP we terecht komen.

Vorige week zondag was het bij jullie bijzonder stormachtig hebben we gelezen en ook bij ons heeft het flink gewaaid. ’s Middags toch nog een lekkere wandeling gemaakt en nog even bij de rivier gekeken.

Maandag weer opgeruimd op pad. Eerst een stuk over de grote weg en na Angouleme weer binnendoor. Bij de Super U doen we onze boodschappen en eten we meteen onze lunch. Ik kook een pannetje soep en bij het fijnmaken met de staafmixer begint de converter (die 12 volt omzet naar 220 volt) hevig te piepen en de mixer doet niets meer. Pech, daar zullen we later wel weer naar kijken. De soep blijft aan de grove kant, maar wel lekker. In de middag rijden we rustig door het golvende Franse landschap naar Monteton, een klein, bijna middeleeuws dorp, waar we op de CP staan met prachtig uitzicht over de vallei.

Als we de volgende ochtend, na een rustige nacht, ons klaar maken voor vertrek gooi ik mijn deur dicht, zonder te merken dat Maarten zijn hand bij het portier heeft. Au! Ringvinger geklemd. Het bloed behoorlijk en er zit een flinke snee in. Ik verbind het zo goed mogelijk en Maarten zegt geen pijn te hebben, dus we gaan op weg. Sturen gaat goed, dus we zien wel. Omdat ik het niet vertrouw en graag wil dat er een arts naar kijkt, zoeken we in de middag in Mont de Marsan het ziekenhuis op. Omdat er een goede CP in de buurt is, zetten we daar eerst Duc neer en wandelen naar de Eerste Hulp. Zoals te doen gebruikelijk is het daar druk en we moeten een aardig tijdje wachten. De arts, die de vinger onderzoekt, zegt dat hij eigenlijk gehecht moet worden, maar het is al te lang geleden dat de wond is ontstaan, dus wordt het opnieuw verbonden en krijgen we een recept mee voor verbandmiddelen voor de komende dagen. Na enig zoeken vinden we een apotheek en komt het allemaal goed. Het gaat goed met de vinger. Iedere dag wordt hij lekker ingepakt en Maarten heeft weinig last. We blijven op de CP staan en hebben een prima nacht.

Woensdag vertrekken we bijtijds en hopen die dag Spanje te bereiken. De dag verloopt rustig en het weer wordt steeds mooier. Lunchen kunnen we buiten doen en we genieten van het mooie landschap. Ook over de Pyreneeën gaan we voorspoedig. Boven op de pas stappen we even uit om van het uitzicht te genieten. Er komt net een echtpaar hijgend boven na een zware eerste etappe van de Jacobsroute naar Santiago de Compestela. Ze hebben het zwaar, petje af. Afdalen gaat snel en om een uur of vier zijn we op de CP in Areguy, vlakbij Estella-Lizarra. Leuke plaats bij een sportcomplex, met uitzicht op een mooi klooster. Achter ons staan bloeiende amandelbomen en we maken nog een leuke wandeling.

We hebben besloten om zo weinig mogelijk snelwegen te rijden, want het binnenland van Spanje is heel mooi. Aan het begin van de weg vragen we in het informatiecentrum of de weg open is? Normaal afgesloten tussen December en April. Nee, er is dit jaar helemaal geen sneeuw! Dus kronkelen we door het binnenland langs grote rode rotsformaties, over een smalle bergpas (+1573m.) en naar een groot bergmeer (Laguna Negra), dat helemaal ligt ingesloten door rotswanden. Prachtige natuur onderweg met mooie vergezichten en af en toe koeien op de weg. Het blijft oppassen geblazen. We belanden uiteindelijk op een CP in Hontaria del Pinar. Een dorp vlakbij een natuurgebied met een kloof en ruige rotsen. Het is er rustig en we staan in eerste instantie alleen, maar later op de avond komt er nog een camper bij. Er is plaats voor 50 campers, dus we hebben de ruimte.

Vrijdagmorgen gaan we voor de koffie op pad langs de uitgezette wandelroute. We lopen in totaal heen en weer ongeveer 6 km. Het is heerlijk weer, wel een beetje fris, en we zijn de enigen die op pad zijn. Heel stil, alleen een kabbelende rivier en vogels. Na de koffie rijden we naar Avila. Dat is een grote stad, ten westen van Madrid, met een heel oud gedeelte met mooie stadsmuur (2500m.lang, 3m.dik, met 58 kantelen). De CP ligt aan de voet van de muur en we kunnen dus snel nog een wandeling maken naar de oude stad. De muur ziet er prachtig uit en ’s avonds is hij verlicht. We staan er met 9 campers met uiteenlopende nationaliteiten. ’s Nachts is het er heel koud, want we zitten op 1100 meter hoogte en op een open vlakte. Het ijs zit ’s morgens aan de gordijnen en Maarten heeft op de thermometer -0,6? gezien. Maar wij hebben het onder onze warme dekbedden niet koud gehad en onze kachel doet de rest.

Dan gaan we op zoek naar een camping voor het weekend. In Plasencia is er één die open is in dit seizoen, dus daar zal het wezen. Via een leuke route over twee bergpassen van resp. 1565 en 1352 meter, met bijbehorend schitterend uitzicht en een vallei met veel kleine dorpen, waar de bewoners veel werk maken van het snoeien van hun heggen en bomen in allerlei mooie vormen, komen we tegen vieren op de camping. Plaats genoeg natuurlijk, dus we zijn zo geïnstalleerd. En zo genieten we vandaag van de rust. Het weer is, in tegenstelling tot het weer bij jullie, prima. Een graad of 18, zon en wat stapelwolken. We zijn heel de dag buiten. Heerlijk. Morgen blijven we ook nog hier en dan kiezen we weer een nieuwe richting.

Alle goeds van ons en tot een volgend keer.

AL halverwege Frankrijk

Woensdagmorgen 5 februari: we vertrekken keurig op tijd, uitgezwaaid door Carel, voor onze reis naar het Zuiden. Eerst nog even naar mama voor de koffie en een afscheidsknuffel. Daar zien we ook Betty nog even en we gaan nog even langs bij Truus en Jouke om echte Wickevoorter boerenkool te brengen (die moet je geproefd hebben, zó lekker!). Dan is het half twaalf en kunnen we echt van start. Via Bergen op Zoom en Antwerpen rijden we richting Kortrijk, waar we in een dorp vlakbij, Duc voorzien van drinken voor onderweg en waar we de gastank vullen, zodat we volop ons kacheltje kunnen stoken en ons potje koken. Al snel gaan we de grens met Frankrijk over waar we net voor Arras een CP vinden in Avion. Leuke plek bij een park en dichtbij het centrum. Er staan al vier anderen, dus aanschuiven maar. We lopen een rondje door het park, maar aangenaam van temperatuur is het nog niet.

Donderdag 6 februari: De zon komt op als we ontwaken en dat is de voorbode van een dag met prachtig weer. We starten langzaam op en gaan via binnenwegen naar Abbeville, waar we de grote weg naar Rouen nemen. Net onder die stad ligt Oissel, een stadje aan de Seine. De CP is wat lastig te vinden, maar ligt heel leuk, naast een Jeu-de-boulesbaan (altijd leuk om naar te kijken) en met uitzicht op de rivier. Er is plaats voor 2 campers en wij zijn de eerste. Na ons komen er nog drie en met enig inschikkken kan het net. Leuke wandeling door de stad en langs de Seine bij een lekker zonnetje. Prima zo!

Vrijdag 7 februari: Vandaag op weg richting Tours. We volgen de route via Chartres over de N10, soms vierbaans, maar geen snelweg. Het weer is goed, zeker om te rijden en het landschap begint al lente trekjes te krijgen. Groene velden wisselen de vers geploegde landerijen af. In de berm bloeit af en toe al gaspeldoorn. Om een uur of vier zijn we op een CP in Saint Genouph, iets ten westen van Tours. Dorpje aan de Loire, waar we met een klein uur wel uitgekeken zijn. Ook hier staan we niet alleen, maar met z’n vijven. Gezellig. In de verte zien we af en toe de TGV voorbij rijden, maar verder is het heel rustig hier.

Zaterdag 8 februari: Voor het weekend hebben we een camping uitgezocht in de buurt van Ruffec. In het piepkleine dorp Condac is er één die ook in de winter open is (komt niet veel voor in deze streek), waar we een warm welkom krijgen. Het is er niet super de luxe, maar we kunnen lekker douchen, er is WIFI om jullie bij te praten en rust. Ook nog vlakbij een wild stromende rivier (Charente), waarin het water heel hoog staat. Via bruggetjes kun je naar een park lopen. Erg leuk om te zien. We gaan straks nog kijken of het water nog stijgt, of al weer aan het zakken is. Het weer is wat minder geworden, de zon is verdwenen en af en toe valt er een drup regen. Maar wij zitten warm en droog.

Zondag 9 februari: We slapen uit! Kwart voor negen wakker, we zullen het nodig hebben We blijven lekker hier vandaag en gaan genieten van de rust. Morgen verder en volgende keer dat er WIFI is, meer nieuws. Tot dan.

We gaan er even tussen uit!

Onze Duc heeft er zin in en wij natuurlijk ook.

Op 5 februari hopen we te vertrekken, op zoek naar de zon in Spanje en Portugal. Ook deze keer gaan we weer proberen jullie via deze site op de hoogte te houden van onze belevenissen. We denken ruim zes weken weg te blijven, als alles bij ons, en allen die ons lief zijn, goed blijft gaan.

We wensen jullie ook goede weken met alles wat jullie bezig houdt en vinden het leuk ook eens van jullie te horen.

Tot schrijfs dus maar!